Wolfheze nog lang slechts een ontginningsgebied
bron: www.wolfheze.nl
Maar de komst van een halte voor de baron betekent nog niet direct dat er een enorme dynamiek ontstaat rond halteplaats Wolfheze. Toch krijgt de halte enige bekendheid, omdat in 1863 worden voor de eerste keer de Nationale Evangelische Zendingsfeesten gehouden rond de uitspanning Wolfhezen (tegenwoordig Hotel Wolfheze). Vele duizenden komen per trein naar deze feesten. In 1879 worden deze voor de vierde en laatste keer gehouden.
Pas in het laatste kwart van de 19e eeuw komen grootschalige ontginningen op gang en wordt het gebied ten noorden en ten zuiden van het spoor beplant met naaldhout, waardoor een groot dennenbos ontstaat. Ongetwijfeld bedoeld voor de houtproductie: mooie rechte, goed bewerkbare stammen voor de zich snel ontwikkelende mijn bouw in Zuid-Limburg. Op de topografische kaarten van het eind van de negentiende eeuw zijn deze flinke aanplanten goed zichtbaar:
Bron: www. topotijdreis.nl/kaart/1894/@180144,445004,9.69
Wolfheze, Renbaan en Buunderkamp
Wat ook goed te zien is, is een paardenrenbaan. Mede door deze renbaan ontstaan er aan het eind van de 19e eeuw nog twee halteplaatsen in Wolfheze: circa 1 kilometer oostelijker de Halte Renbaan en 2 kilometer naar het westen Halte Buunderkamp. De eerste is slechts een paar jaar in gebruik geweest vanaf ongeveer 1890 tot ongeveer 1894, met als hoogtepunt het bijwonen door de koninginnen Emma en Wilhelmina van rennen op 24 augustus 1893
(bron: de Wolfskreet, jaarg.5 no. 2, uitgegeven door Dorpsbelang Wolfheze). De beiden hebben twee jaar eerder de Buunderkamp aangedaan bij het bezoeken van in de buurt gelegerde troepen. Bij deze gelegenheid is Emma gehuld in rouw in verband met het overlijden van koning Willem III.
De halte, als tijdelijk bedoeld, blijft in gebruik tot 1938 (bron: http://www.stationsinfo.nl/Wolfheze.htm – bron foto’s: ‘Wilhelmina, levensgeschiedenis in foto’s’ door De Jongh en Kohnstamm, De Bezige Bij 1948).
Ter gelegenheid van de kroning keert Wilhelmina hier alweer in 1898 terug om een militaire parade bij te wonen. Door de enorme belangstelling verloop dit naar verluid chaotisch.
Van halte tot station
Eerder al, in 1889 is de NRS (Nederlandsche Rijnspoorweg-Maatschappij) opgegaan in de Staatsspoorwegen. Deze hanteerde voor vele stationsgebouwen standaardontwerpen. Dat in Wolfheze, toen nog Wolfhezen, was type Visvliet, vernoemd naar de eerste uit een reeks van zes gebouwen, aan de lijn Leeuwarden-Groningen. Die in Wolfheze, gebouwd in 1899-1900, was de één na laatste en is de enige die nog resteert.
Bron: Drs. H. Romers ‘Spoorwegarchitectuur in Nederland 1841-1938’, Walburg Pers 2000, pag. 178 ISBN 90.5730.090.7
Met de komst van dit stationsgebouw werd de locatie interessant voor de realisering van het psychiatrisch ziekenhuis door de ‘Vereniging tot Christelijke Verzorging van Krankzinnigen en Zenuwlijders’. Met deze signatuur werden in eerste instantie medewerkers aangetrokken van gereformeerde huize uit vooral de noordelijke provincies. Door hun komst ontstond letterlijk een nieuw dorp. Na het ziekenhuis volgde nog de Johannahoeve, een modelboerderij en een tehuis voor alleenstaande blinden in 1911. In 1915 wordt het dorp verrijkt met de Van Beeck Calkoenschool, vernoemd naar de voorzitter van het ziekenhuis. In 1918 volgt nog een voorziening:
Duitse krijgsgevangen worden ondergebracht in het neutrale Nederland in een kamp aan wat nu de Duitsekampweg is.
Al deze nieuwe instellingen in het dorp zijn reden om in 1913 het stationsgebouw uit te breiden met een uitbouw aan de west- en zuidzijde.
Bron: Utrechts Archief X145436-Qolfhezen-1 (details)
Meer van de Rijnspoorwegmaatschappij
Niet alleen het station Wolfheze, maar ook de nog aanwezige duikers onder de spoordijk (800 meter langs de spoorlijn in oostelijke richting is er nog één toegankelijk, dienstwoningen aan de Bilderberglaan (2,5 km ten oosten van het station richting Oosterbeek), de enorme dijkmassa’s en ontgravingen en het viaduct bij Landgoed Mariëndaal behoren tot de monumentwaardige onderdelen van deze spoorlijn, die tot de oudste van ons land behoort.