
De Airborne War Cemetery is een monumentale militaire begraafplaats van het Britse Gemenebest. Ondanks veelal uniforme uitgangspunten voor 20e-eeuwse begraafplaatsen voor Gemenebest-militairen en het gebruik van vele standaardelementen is ieder ereveld door lokale omstandigheden uniek.
Officieel heet deze begraafplaats Arnhem Oosterbeek War Cemetery. De Nederlandse staat is eigenaar van de begraafplaats, het beheer in in handen van de Commonwealth War Graves Commission (CWGC)..[2]
Slag om Arnhem
Op dit ereveld liggen met name militairen van de landmacht, luchtmacht en zeemacht begraven die in de periode september 1944 tot april 1945 sneuvelden. De meeste van deze mensen zijn omgekomen in de omgeving van Arnhem, tijdens de Slag om Arnhem, een onderdeel van Operatie Market Garden in september 1944. Van de graven zijn er 1648 van Britse, 3 van Nederlandse en 79 van Poolse militairen. Drie graven zijn van medewerkers van de CWGC. Vier militairen die hier liggen dragen de hoogste Britse militaire onderscheiding, het Victoria Cross.
Ereveld
De begraafplaats is ontworpen door de Britse architect P.D. Hepworth. Hij was werkzaam als architect vanaf 1911, om na de onderbreking gedurende de Eerste Wereldoorlog bij de Royal Engineers, om in 1944 aangewezen te worden als eerstverantwoordelijk architect voor de Gemenebest-erevelden in Noordwest-Europa. In onze regio staan naast Oosterbeek, ook de Canadese begraafplaats in Groesbeek en de Britse begraafplaats in Kleef op zijn naam.
Hepworth heeft zich in Oosterbeek strak gehouden aan de al in 1917 vastgelegde ontwerpprincipes, vandaar de sterke gelijkenis met de Britse erevelden in Noord-Frankrijk en België van na de Eerste Wereldoorlog.
“Although it is not desired that our war cemeteries should be gloomy places, it is right that the fact that they are cemeteries, containing the bodies of hundreds of thousands of men who have given their lives for their country, should be evident at first sight, and should be constantly present to the minds of those who pass by or who visit them.” Kenyon, 1918.
Dit is in 1917 al vertaald door een team van architecten, bestaande uit Sir Edwin Lutyens, Sir Herbert Baker, Sir Reginald Blomfield en Charles Holden. Zij waren verantwoordelijk voor het ontwerp van de belangrijkste onderdelen van de begraafplaats. Zo is Lutyens de ontwerper van de altaarachtige Stone of Remembrance en Blomfield van het Cross of Sacrifice.
Op 5 juni 1945 werd begonnen met de aanleg van het ereveld. In tegenstelling tot de Amerikanen, die hun militairen centraal wilden begraven, besloot de Britse legerleiding om hun gesneuvelden te begraven dicht bij de plek waar ze gesneuveld waren. Door de hulp van Graves Registration Unit 37 ging het verplaatsen en identificeren van de veldgraven vlot. De lokale bevolking ondersteunde de operatie ook. Bewoners kwamen na de oorlog en hun evacuatie thuis in een gebied vol met veldgraven, soms zelfs in hun tuinen. Het snel verplaatsen van de graven was daarom ook voor hen belangrijk. Nadat alle militairen naar het ereveld waren verplaatst ,telde het veld ongeveer 1730 graven, die allemaal waren voorzien van een wit kruis. Pas in 1952 zijn deze kruizen vervangen door de huidige zerken van natuursteen. Naast de 1,684 militairen uit het Gemenebest liggen er 79 Poolse en 3 Nederlandse militairen en 4 niet-militairen.
Aan beide zijden van de poort staat een kleine kapel. In deze kapellen hangt een marmeren plakkaat met de afbeelding van een adelaar en de tekst 1939 – 1945. In beide kapellen is ook een boek aanwezig met de namen, rangen en graflocaties van de gesneuvelden.
Een kleine 200 meter naast het ereveld staat het Air Despatch monument.
Cross of Sacrifice
Op ieder ereveld staat een door Blomfield ontworpen centraal kruis van Portland-natuursteen waarop een bronzen zwaard is aangebracht. Dit , ‘Cross of Sacrifice’. is bedoeld om alle Gemenebest-militairen te gedenken die gesneuveld zijn in Nederland maar nog steeds worden vermist.
Stone of Remembrance
De altaarachtige herdenkingssteen, die vlak achter de poort staat, is ontworpen door Lutyens met behulp van een klassieke Grieks ontwerpprincipe – al toegepast bij het Parthenon – gericht op optische correctie om het aangenamer te maken voor het oog. Op alle erevelden met meer dan 1.000 graven is een steen geplaatst: 3,5 meter lang en 1,5 meter hoog en staat op drie ondiepe treden.
Het werd bekend als de Stone of Remembrance en was gegraveerd met de woorden, gekozen door Rudyard Kipling, uit Ecclesiasticus in de Kings James Version van de Bijbel: ‘Their name liveth for evermore’.
Het ontwerp van Lutyens was zorgvuldig georkestreerd om eenvoud uit te stralen, maar het was allesbehalve eenvoudig. Zo’n geavanceerd monument was duur en kon daarom niet worden verkleind zonder het effect te verpesten. Er werd besloten om de Gedenksteen alleen te gebruiken op begraafplaatsen van 1.000 of meer graven – hoewel dit in de praktijk niet altijd strikt werd nageleefd.
Oorspronkelijke functie: erebegraafplaats
Bouwperiode: 1946-1952
Architect: P.D. Hepworth
Huidige functie: ongewijzigd
Status: Gemeentelijk Monument
Bronnen:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Airborne_War_Cemetery
https://www.cwgc.org/visit-us/find-cemeteries-memorials/cemetery-details/2063800/arnhem-oosterbeek-war-cemetery/
https://www.cwgc.org/visit-us/visiting-a-cwgc-site/architecture/
https://en.wikipedia.org/wiki/Philip_Hepworth