Verantwoording
Gelders Archief, Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed
Het landgoed ligt verborgen achter een hoge spoordijk met daarin een uniek muizengaatje: het oudste spoorwegmonument van Nederland! Maar ook uniek door de hoogte! Alle reden om te gaan kijken!
Mariëndaal 6, 6861 WN Oosterbeek, Netherlands
Gelders Archief, Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed
Verstopt achter een uniek hoge spoordijk met een muizengaatje erin ligt het veruit het grootste rijksmonument in de gemeente Renkum. Het is eigenlijk nog veel groter, omdat een behoorlijk deel van de in vorm negentiende-eeuwse buitenplaats Mariëndaal op Arnhems grondgebied ligt. Eigenlijk is het een verzameling van wel 16 rijksmonumenten, waarvan 9 in Oosterbeek: natuurlijk het hoofdhuis (Mariëndaal 8), de tuin- en parkaanleg rond het huis, de oranjerie en moestuinmuren, de ijskelder, de dubbele dienstwoning aan de toegangsweg (Mariëndaal 4), het spoorwegviaduct, de tuinvazen bij de toegang langs de Utrechtseweg, een voormalige dienstwoning (Schelmseweg 80-82) en een theekoepel. De laatste twee maken deel uit van het afgescheiden landgoed Boschveld en worden daarbij beschreven. De gemeentegrens ligt nog steeds op ongeveer dezelfde plaats. Op dit kaartfragment uit 1871 zijn de grenspalen aangegeven. Nog steeds zijn er twee grenspalen te vinden tussen het Schout- of Scholtambt Renkum en het Schependom Arnhem. Weet jij ze te vinden? En zo ja, enig idee hoe oud deze zijn? © St. Heemkunde Renkum
De geschiedenis van Mariëndaal gaat terug tot het in 1392 aan de Slijpbeek gestichte Augustijner klooster Mariënborn, afgeleid van de oorspronkelijke naam Domus Fontis Beatae Mariae (Huis bij de Bron van de Heilige Maria). Na de Reformatie raakte het klooster in verval, om in 1580 definitief te sluiten en 7 jaar later te worden gesloopt. De vrijkomende gronden worden vervolgens voor een periode van anderhalve eeuw verpacht en vooral agrarisch gebruikt, tot het in 1735 werd verworven door de Arnhemse regentenfamilie Brantsen. Johan Brantsen laat een landhuis bouwen, plant in het midden bos aan en laat heidegronden omvormen naar landbouwgrond. Door vererving komt het in 1791 in handen van de Arnhemse burgemeester Mr. Jacob Nicolaas Otto van Eck. In zijn opdracht wordt het huis vergroot en het landgoed verfraaid.
Sinds 1845, met de opening van de Rhijnspoorweg van Amsterdam naar Arnhem is het landgoed door het noodzakelijke hoge dijklichaam tussen de Schelmseweg en het Arnhemse landgoed De Brink in tweeën gesplitst. Vooral het hoge viaduct, dat eigenlijk functioneert als poort voor het noordelijk deel, is een voor Nederland indrukwekkend bouwwerk.
Eigenlijk voorzag het oorspronkelijke besluit van Koning Willem I van 30 april 1838 (dus voor de aanleg van de spoorlijn van Amsterdam naar Haarlem!) in een tracé via Rhenen, Wageningen en Kasteel Doorwerth langs de Nederrijn naar de Rijnhaven in Arnhem. Als dit tracé zou zijn gerealiseerd, dan zou Mariëndaal er totaal anders hebben uitgezien. Maar het liep anders, want het Ministerie van Oorlog had drie jaar na het besluit alsnog grote bezwaren. Het Ministerie voorzag dat de rivier een frontlijn zou kunnen worden in geval van oorlog, waarbij het veiligheidsdenken nog steeds sterk bepaald werd door de belangen van Holland. Niet voor niets was men ook volop bezig met het vernieuwen van de Hollandse Waterlinie.
De aanleg van de spoorweg lijkt een grote stimulans voor Gerard van Eck, zoon van Jacob om het landgoed flink aan te pakken. Zijn ingrepen tussen 1857 en 1865 bepalen het huidige beeld: het huis wordt weer vergroot en gemoderniseerd, de zogeheten ‘Zwitserse Partij’ tegenover het huis wordt aangelegd als bijzondere tuininrichting en de langste beukenloofgang of berceau van Nederland, de ‘Groene Bedstee’, wordt aangeplant. In 1870 verwerft Van Eck ook nog eens het naastgelegen landgoed Boschveld aan de westzijde van de Schelmseweg. 66 jaar later worden de twee landgoederen weer gesplitst.
Het Geldersch Landschap verwerft Mariëndaal op een publieke veiling, terwijl Boschveld wordt gekocht door Baronesse van Nagell van Ampse, kleindochter van Gerard van Eck. Haar zoon, Christiaan Willem Johan Baron van Boetzelaer, tot 20 jaar veroordeeld voor zijn oorlogsverleden, zal na de oorlog weer een deel verkopen aan het Geldersch Landschap. Hij behoudt de al in de jaren dertig van de twintigste eeuw tot vakantiehuis verbouwde dienstwoning Schelmseweg 80-82 en omliggende gronden. Bij die verbouwing krijgt de zuidzijde van de dienstwoning (linkerzijgevel, zichtbaar vanaf de Loopbergenseweg) het uiterlijk van een Beiers chalet.
Het oorlogsgeweld van de Slag om Arnhem in september 1944 leidt tot grote schade, vooral aan bijgebouwen rond het hoofdhuis, die dan ook worden afgebroken. Achter het hoofdhuis komt een aanzienlijk breder en groter Bedrijfslaboratorium voor grond- en gewasonderzoek, dat in 1977 nog eens fors wordt uitgebreid. Daarbij verdwijnt het oorspronkelijke interieur. In 2014 vertrekt het bedrijfslaboratorium uit het pand. Sinds 2021 biedt het, na jaren leegstand, onderdak aan een beleggingsmaatschappij gericht op windenergie.
Oorspronkelijke functie: landgoed/buitenplaats
Bouwperiode: de periode van het 3e kwart 19e eeuw is meest bepalend
Architect:
Huidige functie: bedrijfsruimte (hoofdhuis, oranjerie)
Type erfgoed: kasteel of buitenplaats, monumentaal groen
Status (gemeentelijk-, provinciaal- of rijksmonument) RM
Voeg een reactie toe